Er is een sterke wens in Nederland dat men over voldoende water kan beschikken dat ‘schoon’ is, en een breed besef dat water na gebruik ‘acceptabel’ moet worden teruggebracht in de keten. Dit uit zich op tal van manieren in hoe wij over waterkwaliteit denken en met water omgaan.
Op huishoudelijk niveau wordt de kwaliteit het van water dat uit onze kranen komt doorlopend op biologische en chemische parameters getoetst. Het publiek kent het risico van legionella, en men komt in actie om oplossingen te vinden voor stoffen die ongecontroleerd de keten bereiken (bijvoorbeeld zeepresten, röntgencontrastmiddelen en hormonen via het riool). Bij werkzaamheden aan het waternet treden weldra voorzorgsmaatregelen in werking, en na de vakantieperiode luidt het bekende advies om de kraan door te laten lopen. Er is een sterk besef van het brede publiek over de waarde van schoon water om te consumeren, huishoudelijk te gebruiken en in te recreëren. Gelijktijdig lijkt het kunnen beschikken over voldoende schoon water soms vanzelfsprekend.
Op industrieel en agrarisch niveau is men bedrijfsmatig in de weer om water van toereikende kwaliteit te gebruiken in het productieproces. Tevens zijn deze producenten wettelijk gebonden aan eisen die de (potentiële negatieve) invloed van hun productie op de waterkwaliteit beperken, een en ander gecontroleerd via monitoringsronden en geborgd in vergunningen en voorschriften. Naast chemische parameters die als indicatoren voor specifieke productielocaties worden gemonitord, kijkt men in Nederland tevens meer regionaal naar beïnvloeding van ecosystemen en indicator-organismen. Ook kenmerkt de huidige tijd zich door sterke ontwikkelingen op zuiveringsgebied, middels bijvoorbeeld helofytenfilters, actief kool-toepassingen en omgekeerde osmose. Soms schuift hierbij het ‘voorzorgsprincipe’ en het besef van een interacterende keten naar de achtergrond.
Op EU en globaal niveau vinden discussies plaats en worden afspraken over waterkwaliteit gemaakt. Een belangrijke richtlijn op EU niveau is bijvoorbeeld de Kaderrichtlijn Water welke gaat over eisen aan de waterkwaliteit van de Europese wateren. Globale discussies uiten zich in breed en toenemend besef over de kwalijke gevolgen van onvolmaakte productieketens (ophoping van stoffen als brandvertragers, microplastics, bestrijdingsmiddelen etcetera, in (voedsel)ketens). Dit relateert aan de wens van Geofoxx om het gebruik en verbruik van (natuurlijke) grondstoffen beter te doordenken en duurzamer te realiseren.
Geofoxx maakt zich hard voor het innoveren en versterken van de gehele keten, lokaal, regionaal en nationaal, met oog voor en verstand van de grotere interregionale, Europese en mondiale ontwikkelingen. Wij richten ons op creatieve mogelijkheden voor verbetering van de kwaliteit van input, zuivering van output, circulariteit en stakeholder bewustwording en betrokkenheid.