Bodemrisicoanalyse
Bedrijven in Nederland gebruiken veel verschillende stoffen. Veruit de meeste van deze stoffen horen niet in de bodem thuis. Bij bedrijfsmatige activiteiten, waarbij het risico bestaat dat bodemverontreinigende stoffen in de bodem kunnen terechtkomen, moet een bedrijf zijn bodem hiertegen beschermen. Het uitvoeren van een bodemrisicoanalyse volgens het BBT-document Bodembescherming: combinaties van voorzieningen en maatregelen (BB-cvm, voorheen de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB)) beschrijft of, en zo ja hoe, een bedrijf dit moet doen.
Het BB-cvm maakt het mogelijk om door toepassing van een combinatie van voorzieningen en maatregelen een verwaarloosbaar bodemrisico te waarborgen. De keuze is aan het bedrijf. Met alle keuzes wordt hetzelfde beschermingsniveau ‘verwaarloosbaar bodemrisico’ bereikt.
Geofoxx kan bodemrisicoanalyses volgens het BBT-document Bodembescherming (BB-cvm) uitvoeren. Een bodemrisicoanalyse geeft inzicht in het volgende:
- Welke bodembedreigende activiteiten er worden uitgevoerd;
- Welke combinatie van voorzieningen en maatregelen (cvm) er getroffen zijn en of deze leiden tot een verwaarloosbaar bodemrisico;
- Of er mogelijk met andere of minder ‘zware’ voorzieningen en een aanpassing van de maatregelen (specifieke zorgplicht) kan worden volstaan;
- Welke cvm er nog getroffen moeten worden om een verwaarloosbaar bodemrisico te realiseren. Ofwel het risico op bodemverontreiniging zoveel mogelijk te beperken.
Achtergrond en overgang van NRB naar Bal en BB-cvm
Met de komst van de Omgevingswet is besloten de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) op te nemen in de wetgeving, door in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) per activiteit de minimale bodembeschermende voorzieningen voor te schrijven. Het BBT-document Bodembescherming: combinaties van voorzieningen en maatregelen (BB-cvm) vervangt de NRB.
Het BB-cvm beschrijft, net als de NRB, per activiteit de gelijkwaardige combinaties van voorzieningen en maatregelen. De voorzieningen zijn – op enkele uitzonderingen na – overgenomen uit de NRB. De maatregelen zoals opgenomen in de NRB zijn – op enkele uitzonderingen na – niet beschreven in het BB-cvm maar vallen onder de specifieke zorgplicht voor bodem. In dat kader is een – niet limitatieve – opsomming van maatregelen in het kader van good housekeeping in het BB-cvm opgenomen. Dit zijn maatregelen die toegepast kunnen worden, maar niet voor elke activiteit relevant hoeven te zijn. Deze specifieke zorgplicht doet een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer.
Het beschermingsniveau wordt in het Bal omschreven als ‘de verontreiniging van de bodem met bodemverontreinigende stoffen wordt zoveel mogelijk voorkomen, waarbij herstel van de bodem redelijkerwijs mogelijk blijft’. Hiermee wordt hetzelfde beschermingsniveau bedoeld als in de NRB werd omschreven als ‘verwaarloosbaar bodemrisico’.